Schouderprothese TSP
Oorzaak, symptomen, behandeling en fysiotherapie
Om verschillende redenen kan het nodig zijn om een schouderprothese (in het kort: TSP) te plaatsen. Tijdens deze chirurgische ingreep wordt (een deel van) de schouder vervangen door een kunstgewricht.
Anatomie:
De schouder is een complex gewricht waarbij veel structuren samenwerken. Het bestaat uit diverse botten waaronder de bovenarm (humerus), sleutelbeen (clavicula), schouderblad (scapula), borstbeen (sternum) en de wervels van de bovenrug. Deze botten vormen samen de gewrichten. Waar twee botten met elkaar contact maken zijn de botuiteinden voorzien van kraakbeen. Het kraakbeen fungeert als een soort schokdemper tussen de botten en zorgt ervoor dat ze soepel langs elkaar kunnen bewegen. Door diverse oorzaken waaronder ouder worden, een trauma of veel overmatig bewegen kan dit kraakbeen slijten. Dit proces wordt ook wel artrose genoemd. Het plaatsen van een schouderprothese kan dan overwogen worden om van pijnklachten af te komen of om de schouder weer beter te laten functioneren.
Oorzaak en ontstaanswijze:
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom er door de chirurg gekozen wordt voor een TSP. Zo kan het zijn dat er sprake is van (vergevorderde) artrose, dat de spieren rondom het schoudergewricht op zo’n manier beschadigd zijn dat een andere behandeling niet zinvol is, of dat iemand een breuk in de schouder/bovenarm heeft als gevolg van bijvoorbeeld een val.
Klachten en verschijnselen:
Voordat er wordt besloten tot het plaatsen van een TSP, heeft men vaak al langere tijd last van één of meer van de volgende symptomen:
- Pijn in de schouder, vooral bij beweging
- Beperkte beweging in de schouder
- Krachtverlies in de schouder
- Een knarsend of klikkend gevoel in de schouder
Behandeling en herstel:
De behandeling bij de fysiotherapeut wordt altijd per individu bekeken. Bij elke patiënt spelen er namelijk andere factoren mee. Ook bij een schouderprothese verschilt de aanpak van persoon tot persoon.
Bij een bezoek aan de fysiotherapeut wordt eerst, middels een intakegesprek, de klacht in kaart gebracht. Hierbij wordt een inventarisatie gemaakt welke factoren er allemaal een rol spelen. Daarna volgt lichamelijk onderzoek, waarna de klacht verder bekeken / onderzocht wordt. Vervolgens wordt er een behandelplan opgesteld en zal de therapeut uitleg geven over de klacht, prognose en factoren die van invloed zijn.
Als de symptomen bij schouderklachten aanhouden en niet verbeteren met conservatieve behandelingen zoals fysiotherapie en medicatie, kan een operatie noodzakelijk zijn. Een totale schouderprothese is een chirurgische ingreep waarbij het beschadigde schoudergewricht wordt vervangen door een kunstgewricht, de prothese genaamd.
Er zijn verschillende soorten schouderprotheses beschikbaar, de keuze voor een specifieke prothese hangt af van verschillende factoren, waaronder de leeftijd en hulpvraag van de patiënt en de ernst van de schade aan de schouder.
Na de operatie zal de patiënt kortdurend in het ziekenhuis verblijven, waar de revalidatie gelijk begint. De patiënt zal fysiotherapie krijgen om de beweging van de schouder te herstellen en de kracht en coördinatie in de spieren rondom de schouder te verbeteren.
Het herstel na het plaatsen van een TSP kan lang duren, vaak enkele maanden tot een jaar. Het is belangrijk dat de patiënt de instructies van de orthopedisch chirurg en fysiotherapeut opvolgt om het herstelproces te bevorderen.
Over het algemeen is de prognose na een schouderprothese goed: de meeste patiënten zijn in staat om hun normale dagelijkse activiteiten pijnvrij te hervatten.