Cubitaal tunnel syndroom

Cubitaal Tunnel Syndroom: Oorzaak, Symptomen, en Behandeling

Cubitaal Tunnel Syndroom (CTS) is een aandoening waarbij de nervus ulnaris (de zenuw die langs de elleboog loopt) wordt samengedrukt of bekneld raakt. Dit kan leiden tot pijn, gevoelloosheid en tintelingen  aan de binnenzijde van de elleboog en onderarm, in de hand en de buitenste twee vingers.

Oorzaak en ontstaanswijze:

De nervus ulnaris loopt vanaf de nek, door de schouder, elleboog en de binnenzijde van de onderarm naar de hand. Bij de elleboog loopt deze zenuw door een nauwe doorgang tussen het bot en het ligament (de zogenaamde cubitale tunnel) . Wanneer er (overmatige) druk op de zenuw wordt uitgeoefend, kan dit leiden tot cubitaal tunnel syndroom. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan na een kleine standsverandering als gevolg van een gebroken arm.

Klachten en verschijnselen, symptomen:

De symptomen van CTS kunnen variëren, maar kunnen onder meer omvatten:

• Pijn, gevoelloosheid en/of tintelingen in de pink en ringvinger.
• Een branderig gevoel in de hand of vingers.
• Moeite om voorwerpen vast te houden of fijne motorische taken uit te voeren.

Behandeling en herstel:

Fysiotherapie kan een effectieve behandeling zijn voor het Cubitaal Tunnel Syndroom. De behandeling bij de fysiotherapeut wordt altijd per individu bekeken. Bij elke patiënt spelen er namelijk andere factoren mee. Ook bij CTS  verschilt de aanpak van persoon tot persoon.

Bij een bezoek aan de fysiotherapeut wordt eerst, middels een intakegesprek, de klacht in kaart gebracht. Hierbij wordt een inventarisatie gemaakt welke factoren er allemaal een rol spelen. Daarna volgt lichamelijk onderzoek, waarna de klacht verder bekeken / onderzocht wordt. Vervolgens wordt er een behandelplan opgesteld en zal de therapeut uitleg geven over de klacht, prognose en factoren die van invloed zijn.

De fysiotherapeutische behandeling bij Cubitaal Tunnel Syndroom kan bestaan uit:

• Mobilisatie van de elleboog: de fysiotherapeut kan oefeningen en manuele technieken gebruiken om de elleboog te mobiliseren en de bewegingsvrijheid te verbeteren. Dit kan de druk op de zenuw verminderen en de symptomen van CTS verminderen.
• Versterkingsoefeningen: de fysiotherapeut kan specifieke oefeningen voorschrijven om de spieren rond de elleboog te versterken en te stabiliseren. Dit kan helpen om de elleboog in de juiste positie te houden en de druk op de zenuw te verminderen.
• Stretching: stretching-oefeningen kunnen helpen om de spieren rond de elleboog te strekken en de flexibiliteit te verbeteren. Dit kan ook helpen om de druk op de zenuw te verminderen.
• Mobilisatie van de zenuw: er kunnen specifieke technieken gebruikt worden om de nervus ulnaris te mobiliseren en de druk op de zenuw te verminderen. Dit kan helpen om de symptomen van CTS te verminderen.
• Advies over activiteiten: de fysiotherapeut kan advies geven over hoe de patiënt activiteiten kan aanpassen om de druk op de zenuw te verminderen en daarmee het herstel te bevorderen.

Over het algemeen kan fysiotherapie bijdragen aan het verminderen van de symptomen van CTS en het bevorderen van het herstel. Het is echter belangrijk om een arts te raadplegen voordat u met fysiotherapie begint om ervoor te zorgen dat de behandeling veilig en effectief is voor uw specifieke situatie.

De behandeling van CTS kan afhangen van de ernst van de aandoening en kan variëren van conservatieve behandelingen tot chirurgie. Verschillende soorten behandelingen zijn:

• Rust en immobilisatie van de elleboog.
• Het vermijden van activiteiten die de symptomen verergeren.
• Ontstekingsremmende medicijnen (NSAID’s) om de pijn te verminderen en zwelling te verminderen.
• Een brace of nachtspalk om de elleboog en pols te ondersteunen en de druk op de zenuw te verminderen.
• Chirurgie om de zenuw te bevrijden van de compressie en het herstel te bevorderen.

De duur van het herstel van CTS kan variëren, afhankelijk van de ernst van de aandoening en de gekozen behandeling. Sommige patiënten kunnen volledig herstellen binnen enkele weken tot maanden na de behandeling, terwijl anderen mogelijk een langere herstelperiode nodig hebben. Het is belangrijk om de aanbevolen behandeling te volgen en regelmatig contact te houden met uw arts om uw voortgang te bespreken en eventuele verdere behandelingsopties te overwegen.

Wilt u weten of wij iets voor uw klachten kunnen betekenen, neem dan contact op!